Koolstofdioxide en temperatuur
IPCC verslagen tonen keer op keer een duidelijk verband tussen de door menselijke activiteiten veroorzaakte uitstoot van voornamelijk koolstofdioxide maar ook methaan en stikstoofoxide.
Daardoor was de gemiddelde temperatuur in de periode 2011 – 2020 boven land 1,59°C en boven oceanen 0,88 °C hoger dan in de referentieperiode 1850 – 1900. Deze gemiddelde opwarming van 1,09 °C is het resultaat van een stijging van 1,5 à 2°C door broeikasgassen en 0,3 °C door natuurlijke opwarming en een daling van 0,5 à 0,8 °C aerosol1 die de mens ook in de atmosfeer brengt.
Kantelpunten vermijden
Dat de opwarming wordt versneld door bepaalde fenomenen lijkt logisch. Hoe meer de poolkappen afsmelten, hoe minder de zonnewarmte naar de ruimte weerkaatst wordt, hoe sneller de aarde dus opwarmt en het poolijs smelt. Zo zijn er een aantal gevaarlijke “kantelpunten” geïdentificeerd waarbij klimaatopwarming onbeheersbaar wordt en vrij abrupt kan doorslaan naar waarden van 4 tot 6 °C. Dat zou onze aarde in toestanden brengen die hier 2 tot 2,5 miljoen jaar geleden heersten en er enkel eencellig leven was.
Voorbeelden van dergelijke kantelpunten zijn:
- Smelten van ijs op Groenland en / of de westkust van de Zuidpool; het vertragen tot stilvallen van de golfstroom;
- Ontbossen van regenwouden (Amazone, Congo of Indonesië) en / of oerbossen in Canada en Noord Rusland;
- Smelten van de permafrost in Siberië.
De verbanden tussen deze kantelpunten zijn nog niet zo goed bekend, m.a.w. ontbossing kan het smelten op een ander werelddeel starten.
Wetenschappers denken dat we voldoende veilig zijn voor deze kantelbewegingen als de kilmaatopwarming onder de 2°C blijft. Daarom werd op de Conference of the Parties COP21 van November 2015 in Parijs door alle VN landen de richtlijn aanvaard om de opwarming tot 1,5 °C te beperken.
“Business as Usual” of “Giant Leap”
We weten dus wat ons te doen staat: de uitstoot van broeikasgassen zo beperken en terugdraaien dat de gemiddelde temperatuur in de atmosfeer niet meer dan 1,5°C stijgt.
Aangezien we weten hoeveel de temperatuur stijgt per Gt aan broeikasgassen (BKG) die we in de atmosfeer brengen kunnen we berekenen
- Hoeveel BKG we inbrengen als we doorgaan en hoe hoog de temperatuur dan wordt;
- Hoeveel we mogen inbrengen als de opwarming tot 1,5°C of 2°C beperkt moet blijven.
Als we doorgaan met een “Business as Usual” levensstijl en aan de hand van de huidige maatregelen stijgt de uitstoot nog met 5% tegen 2030 (rood).
Als we de temperatuurstijging met kleine overshoot willen beperken tot 1,5 of 2,0 °C moet de BKG uitstoot tegen 2030 dalen met respectievelijk 43% (blauw) en 26% (groen). Tegen 2050 moet de BKG uitstoot naar nul gaan en moeten er zelfs BKG van het verleden weer uit de atmosfeer genomen worden om die 1,5 °C vast te houden. Dit vraagt om een “Giant Leap” programma om af te raken van onze huidige verbrandingsprocessen die BKG produceren.
Houden we de daling van BKG uitstoot tegen 2030 kleiner dan 26%, zal de klimaatopwarming tegen 2050 de 2°C merkbaar overschrijden.
Lees de hele reeks 'In 2030 meet IPCC de toestand'
In 2030 meet IPCC de toestand – Deel 10: Nu in actie
Wat we nu weten Op basis van alle IPCC rapporten van 1990 tot 2023 over klimaatopwarming weten we nu De atmosfeer warmt snel op omdat
In 2030 meet IPCC de toestand – Deel 9: Koolstofdioxide uit het verleden
Noodkreet In AR6 waarschuwt het IPCC er voor het eerst voor dat we koolstofdioxide uit het verleden gaan moeten recupereren om de klimaatopwarming tot 1,5°C
In 2030 meet IPCC de toestand – Deel 8: Methaan en stikstof
Methaan en stikstof Na koolstofdioxide (74,4%) zijn methaan (17,3%) en stikstofoxide (6,2%) de belangrijkste broeikasgassen. Methaan (CH4) houdt 25 keer meer warmte vast in de
In 2030 meet IPCC de toestand – Deel 7: Energie
Actiedomeinen Broeikasgassen die klimaatopwarming veroorzaken hebben meerdere bronnen en er zijn dus ook meerdere remedies om die te voorkomen. Voor de beknoptheid van dit overzicht