Hoofdlijnen uit AE6 SPM rapport
In de slotzin van hun rapport stellen de auteurs
Het cumulatieve wetenschappelijke bewijs is ondubbelzinnig: Klimaatverandering is een bedreiging voor het menselijk welzijn en de gezondheid van de planeet. Elk verder uitstel van gecoördineerde anticiperende wereldwijde actie inzake aanpassing en beperken van de schade mist een korte en snel naderende kans om een leefbare en duurzame toekomst voor iedereen veilig te stellen. (zeer hoge mate van vertrouwen)
AR6 SPM p 35
Deze conclusie wordt opgebouwd in drie stappen.
- Eerst over de gevolgen en risico’s verbonden aan de klimaatopwarming;
- Dan een overzicht van de voor- en nadelen van de huidige aanpak;
- Tot slot richtlijnen voor het ontwikkelen van de veerkracht van de natuur.
Gevolgen en risico’s van klimaatverandering
Uit het AR6 van WGI weten we al dat de klimaatopwarming beperken tot 1,5°C heel wat inspanningen zal vragen. Dit rapport van WGII stelt dat
- De huidige opwarming van 1,1°C al duidelijke en onomkeerbare gevolgen heeft in de vormen van frequentere en langdurige droogte, frequentere en heviger orkanen met meer neerslag en verminderen van de biodiversiteit;
- De meest kwetsbare mensen in de meest kwetsbare gebieden worden nu al het meest getroffen. Dit gaat dan onder andere over verlaagde zekerheid van drinkwatervoorziening, verminderde kwaliteit van voedsel, op de vlucht moeten wegens droogte of permanente overstroming;
- 3,3 tot 3,6 miljard mensen leven in gebieden die bedreigd worden door permanente overstroming of door droogte. Kustgebieden zijn kwetsbaar omdat de bevolking daar snel toeneemt en het zijn belangrijke handelsgebieden van en naar het hinterland;
- De biodiversiteit loopt nu al belangrijke en onherstelbare schade op;
- Elke tiende graad temperatuurstijging boven de 1,5°C opwarming is van cruciaal belang. Vanaf dan wordt onherstelbare schade aangericht in heel wat gebieden en treden niet lineaire mechanismes in werking waardoor verdere opwarming onvoorspelbaar wordt;
Dit AR6 rapport benadrukt dat klimaatverschijnselen sneller evolueren dan verwacht in de vorige versie AR5 en dat de relaties tussen de elementen veel intenser zijn dan tot nu toe werd aangenomen. Zo zijn de gevolgen van opwarming voor plantengroei, biodiversiteit en levenskwaliteit voor de mens sterker verstrengeld dan verwacht.
Onderstaande figuur kwalificeert per regio in de wereld verschillende gevolgen van klimaatopwarming met 1,5°C voor menselijke activiteiten (- zijn negatieve gevolgen, +/- is een balans van positieve en negatieve gevolgen, kleur staat voor intensiteit van impact)
Figuur: gevolgen van klimaatverandering per regio
(AR6 SPM p9)
Huidige aanpak
Volgens het IPCC houden al 170 landen en grote steden rekening met het klimaat in sommige van hun maatregelen. Maar deze acties zijn gefragmenteerd, kleinschalig, stapsgewijs, sectorspecifiek, ontworpen om in te spelen op huidige effecten of risico’s op korte termijn, en meer gericht op planning dan op uitvoering (hoge betrouwbaarheid)
AR6 SPM p 21
Onze maatregelen op het gebied van drinkwaterbeheer, bescherming van kusten en natuurgebieden, bosbeheer, diversificatie van landbouw, e.d. brengen op korte termijn soelaas voor regio’s en enkele kwetsbare groepen. Op lange termijn veranderen ze weinig ten gronde voor de grote krachten achter de klimaatopwarming en kunnen ze zelfs contraproductief zijn. De nadelen worden groter als de temperatuur meer dan 1,5°C stijgt.
Uit onderstaande tabel blijkt dat we meerdere opties hebben om aan klimaatbeheersing te doen. Goed doordacht bosbeheer en energieopwekking hebben nu het meeste effect. Eens de 1,5°C opwarming overschreden zal zijn, zal het effect hiervan relatief afnemen ten gunste van andere domeinen.
Figuur: Relatie maatregelen klimaatbeheersing en domeinen menselijke activiteit
(AR6 SPM p9)
In het rapport wordt ervoor gepleit om klimaatservices zoals rampenrisicobeheer, systemen voor vroegtijdige waarschuwing en risicospreiding en -deling beter te coördineren over alle sectoren. Dit spaart op zijn minst veel mensenlevens, vooral van kwetsbare groepen, bij klimaat gerelateerde rampen.
Extreme weersomstandigheden, zoals de overstromingen in Wallonië, zijn waarschijnlijker geworden door de klimaatverandering
François Gemenne, 1 maart 2022 – De Standaard
Tegelijk stellen de auteurs dat de natuur hier en daar nu al op harde grenzen stoot (bijv. de zeespiegel stijgt en de biodiversiteit daalt onomkeerbaar). De huidige financiële grenzen die de maatschappij ziet voor klimaatbeheersing zijn nog zachte grenzen. Er is nog heel veel ruimte voor creativiteit om de echte fundamentele mechanismes achter klimaatverandering bij te sturen.
Ontwikkel de veerkracht van de natuur
De veerkracht van de natuur staat centraal in klimaatbeheersing. Die natuur is de kanarie voor ons eigen welzijn. Als de fauna om ons heen verdwijnt dan verdwijnt ook een deel van onze voedselcyclus en levenskwaliteit. Over de evolutie van die diversiteit schrijft het IPCC
In ecosystemen op het land loopt 3 tot 14% van de tienduizenden geëvalueerde soorten een zeer hoog risico op uitsterven bij een opwarming van 1,5°C. Dit percentage loopt 3 tot 18% op bij 2°C, 3 tot 29% bij 3°C, 3 tot 39% bij 4°C, en 3 tot 48% bij 5°C.
In oceaan- en kustecosystemen varieert het risico van biodiversiteitsverlies van matig tot zeer groot bij een opwarming van 1,5°C naar matig tot zeer groot bij 2°C. Daarbij kan over een aantal sub-ecosystemen met grote zekerheid worden gesproken over een hoog tot zeer hoog risico. Bij een opwarming tot 3°C kan met redelijke zekerheid – afhankelijk van het type ecosysteem – worden gesteld dat het risico in de meeste oceaan- en kustecosystemen hoog tot zeer hoog risico loopt.
AR6 SPM p 14
Als we de klimaatopwarming willen beperken, zullen we de natuur moeten beschermen. De mate waarin de biodiversiteit, en bij uitbreiding de biomassa, achteruit gaat, is een signaal of we goed of slecht bezig zijn.
Volgens de wetenschappers zullen we in 2030 definitief zien op welk pad we zitten voor duurzame aanpassingen van de natuur aan klimaatverandering. Ofwel zitten we op een groen pad waarbij alles leefbaar blijft, o.a. met een klimaatopwarming van maximaal 1,5°C. Ofwel zitten we op het rode pad waar de kwaliteit van leven voor grote delen van de bevolking en op diverse plaatsen onhoudbaar wordt. Ofwel bevinden we ons ergens tussen in.
Figuur: mogelijke paden vanaf vandaag naar een weerbare wereld
(AR6 SPM p31)
In elk pad kunnen zich nog onvoorziene omstandigheden voordoen waardoor de aandacht afgeleid wordt van klimaatopwarming. Bijv. een (atoom-)oorlog of een nieuwe pandemie.
De auteurs leggen er zeer sterk de nadruk op dat aanpak van klimaat enkel zal werken als
Klimaatbestendige ontwikkelingsprocessen verbinden met wetenschappelijke, inheemse, lokale, praktische en andere vormen van kennis, zullen doeltreffender en duurzamer zijn omdat zij plaatselijk zijn aangepast en leiden tot meer legitieme, relevante en doeltreffende acties (hoge betrouwbaarheid).
AR6 SPM p 29
Voor hen is het duidelijk dat klimaat een mondiaal probleem is waarbij wereldwijde afspraken moeten gemaakt worden maar waarbij alle lokale kennis, energie en opportuniteiten moeten gebruikt worden bij de implementatie.