Inleiding
Bij klimaatopwarming treft water ons op verschillende manieren. De belangrijkste zijn schaarste, overstromingen en stijging van de zeespiegel.
50 miljoen mensen leven lager dan 10 m boven zeeniveau, wat hun kwetsbaar maakt voor overstromingen en zware stormen en overstromingen (AR6 Chapter 13 Europe, p. 11)
Schaarste
Waterschaarste manifesteert zich het eerst en meest in het zuiden, maar ook in andere Europese regio’s zal die voorkomen. Vooral de opbrengst van de landbouw zal er onder lijden en wordt gecombineerd met meer en hevigere bos- en veenbranden en lage waterstanden in rivieren. Dit laatste leidt tot stokkende en duurdere bevoorrading van de (zware) industrie langs stromen.
Tot een opwarming van 1,5°C kunnen irrigatie en controle van stroomgebieden doeltreffend zijn. Bij hogere temperatuurstijging wordt het heel duur en de doeltreffendheid neemt sowieso snel af wegens absoluut gebrek aan water.
Door minder zuurstof in warmer (pool)water (zgn. “atlantification”) en meren, die ook nog eens later en voor een kortere periode dichtvriezen, verdwijnen specifieke vissoorten (vooral zalm). Dat tast de lokale levenswijze aan van vissers. Die moeten verhuizen of zich verder verplaatsen om te vissen. In onze Noordzee neemt de hoeveelheid vis af tot 40%, afhankelijk van de soort.
Figuur: Effect van klimaatverandering op vissoorten in enkele streken (AR6 Chapter 13 p. 36)
Overstromingen
Eén derde van de Europese steden is kwetsbaar voor overstromingen, hetzij aan de kust hetzij in delta’s van stromen en rivieren. Deltagebieden van grote stromen als de Rijn en Donau of kleinere stromen als Seine en Maas zullen regelmatig overstomen door grote stormen met bijhorende “waterbommen”. Deze gebieden moeten daartegen beschermd worden door het verhogen van dijken, aanleggen van overstromingsgebieden en omleggen van de stroomgebieden.
Daarnaast moeten mensen anders gaan wonen, bijv. in huizen die kunnen drijven of waarvan de benedenverdieping kan overstomen.
In het kielzog van warmte en overstromingen komen nieuwe insecten en bacteriën. Die zullen dodelijke (sub)tropische ziektes naar Europa brengen
Na “hitte” worden overstromingen van industriegebieden en steden de grootste kostenpost door beschadiging, onderbreken van bevoorrading en verzekeringskosten. Door regelmatige overstromingen afgewisseld met lage waterstanden in de zomer komt transport via havens en waterwegen onder druk. Onderhoud van wegen, spoorwegen en havens wordt om die reden met factor vijf tot tien duurder t.o.v. vandaag.
Zeespiegel
De kusten aan de Noordzee staan op de lange termijn heel erg bloot aan stijgende zeespiegel. Het deltagebied van de Lage Landen (België en Nederland) wordt daarbij het meeste bedreigd. De Belgische aanpak, uiteengezet in “Kustvisie”, komt dus niets te vroeg. Vraag is of dit voldoende en tijdig zal zijn om grote steden en havens langs onze kusten te beschermen.
In het rapport AR6 is er veel aandacht voor de specifieke situatie van Venetië en zijn lagune. Zonder aanpassingen wordt daar 15 miljard Euro aan schade verwacht in de komend 50 jaar.
Figuur: Overzicht effect stijging zeespiegel (AR6 Chapter 13 p. 17)
De grote gevolgen van opwarming van oceanen voor zee-ecosystemen zijn verlies van specifieke habitats en afname van zowel soorten als hoeveelheden. Species in zee schuiven op naar het noorden met grote gevolgen voor visvangst en het daaraan verwante opkomen en woekeren van schadelijke algen.
Opwarmingen van 2°C en hoger zullen op kustgebieden een grote impact hebben, zeker vanaf 2050. De handel via havensteden wordt moeilijk en vraagt grote aanpassingen.
Acties
De huidige aanpassingswerken tegen wateroverlast zijn gebaseerd op waarnemingen uit het verleden en zijn bijgevolg niet voldoende voor toekomstige evoluties. Zeker niet als de opwarming boven de 1,5 °C uitkomt.
Het gaat hier over
- Verhogen van dijken langs stomen en rivieren;
- Verhogen van kuststroken;
- Uitbreiden van overstromingsgebieden langs stromen en kusten;
- Aanleg van atollen om water op te slaan;
- Proeven met drijvende huizen.
Verder moet infrastructuur aangepast worden, en zal het zaak zijn meer doordringbare grond te creëren, water veel meer te recycleren, de waarschuwing- en evacuatie systemen te verbeteren, enz. Mensen moet worden verboden om in overstromingsgebieden te gaan wonen en sommigen moeten dergelijke gebieden zelfs verlaten. Sommige kusten zullen weer hersteld moeten worden in hun eeuwenoude vorm. Ook verzekeringen en herverzekeringen moeten anders omdat er vandaag nog te veel uitzonderingen bestaan. In deze aanpak moet internationaal worden samengewerkt voor een integrale aanpak van kust- en delta gebieden, moet kennis uitgewisseld worden en moet vooral de kennis van de lokale situatie gebruikt worden.
De overheid speelt hierin een belangrijke rol omdat deze maatregelen nú genomen moeten worden – terwijl de meeste mensen er nog niet voor open staan – en pas later hun effect zullen tonen.
Na een dreiging met overstromingen in 1995 – waarbij tussen de 200.000 en 300.000 mensen geëvacueerd werden – besloot het Nederlands ministerie van Bos- en Waterbeheer om Dordrecht tegen nieuwe overstromingen te beschermen. Dit project kreeg de naam “Ruimte voor de Rivier”. Bij de waterbom van juli 2021 bewezen deze werken voor het eerst hun nut: Dordrecht bleef droog terwijl heel veel water uit Frankrijk, Duitsland en België geëvacueerd werd via Maas en Rijn.