IPCC: AR6 WGI Rapport

Positionering

Enkele feiten over de ontwikkeling van dit zesde IPCC onderzoek rapport van WG I.

  • Het Assessment Report van werkgroep I (WGI) van de zesde cyclus die het IPCC maakt (AR6) verscheen op 9 augustus 2021
  • Aan dit rapport werkten 234 wetenschappers uit 66 landen.
  • Zij maakten op basis van 14.000 papers een evaluatie van de laatste inzichten.
  • Voor België werkten hieraan mee de glacioloog Philippe Huybrechts van de VUB en Rafiq Hamdi van het KMI.
  • Samen gingen ze in werkgroepen per vakgebied door duizenden opmerkingen, werkten toelichtingen en aanvullingen uit en schreven een werkstuk van uiteindelijk meer dan 4.000 pagina’s. Dit is dan samengevat in een meer leesbare “Summary for Policy Makers”, een tekst van 125 pagina’s.
  • In WG II werken nu 270 auteurs. Hun rapport verschijnt eind februari 2022
  • 239 auteurs rapporteren tegen eind maart 2022 hun bevindingen in WG III.

Hoofdlijnen rapport

Uitspraken met waarschijnlijkheden

Het is belangrijk om vast te stellen dat zo’n wetenschappelijk rapport uitspraken doet met de nodige nuances. Bij elke uitspraak hoort een waarschijnlijkheid gaande van “zeker” over “zeer waarschijnlijk” naar uiteindelijk “mogelijk”. Deze gradatie steunt op kansen die horen bij de veel  metingen en toekomst simulaties.

Over alle rapporten heen stellen we vast dat het grote verschil tussen de vorige vijf cycli en de huidige zesde cyclus niet het verschil in berekende waardes is, maar veel eerder de grotere zekerheden die bij de uitspraken horen.

In volgende paragraaf “Details uit rapport” staat een overzicht van enkele belangrijke uitspraken met bijhorende waarschijnlijkheden.

Quotes

Enkele belangrijke quotes uit AR6:

  • Onder invloed van de mens warmt het klimaat op in een tempo dat ongekend is in ten minste de laatste 2000 jaar;
  • De waargenomen opwarming wordt aangedreven door emissies die horen van menselijke activiteiten, waarbij de opwarming veroorzaakt door broeikasgassen gedeeltelijk wordt gemaskeerd door afkoeling veroorzaakt door aerosolen;
  • Alle bewoonde regio’s over de hele wereld hebben nu al te lijden onder de klimaatverandering.

Simulaties

Het IPCC berekent volgens vijf scenario’s hoe de toekomst eruit zou kunnen zien. Het IPCC gebruikt daarvoor de zgn. Shared – Socioeconomic – Pathway (SSP) methode. Hierin worden kosten om uitdagingen te verhelpen versus kosten om zich aan de uitdagingen aan te passen afgezet in vijf “pathways”.

  • Op de diagonaal staan drie scenario’s die uitgaan van
    • SSP 1: alles te doen om alle uitdagingen beperkt te houden (“sustainabilty”);
    • SSP 2: min of meer te beperken (“middel of the road”);
    • SSP 3: helemaal niet te beperken (“rivalry”).
  • In het ene uiterste staat het scenario (SSP 5) om alle impact te vermijden zonder dat aanpassen nodig is;
  • In het andere uiterste staat dan het scenario (SSP 4) om zich volledig aan te passen en geen inspanning te doen om effecten te vermijden.

Het IPCC doet traditioneel vijf simulaties, aangeduid met een cijfer dat de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer in 2100 weergeeft a.d.h.v. bijhorende warmtestraling uitgedrukt in W/m2.

  • SSP1: twee varianten (1,9 en 2,6) waarbij de hoeveelheid broeikasgassen beperkt blijft;
  • SSP2-4,5: waarbij de hoeveelheid broeikasgassen beperkt blijft tot wat er vandaag al is;
  • SSP3-7,0 en SSP5-8,5 waarbij de broeikasgassen evolueren als vandaag maar in een andere mix van koolstofdioxide, methaan, stikstofoxide en zwaveldioxide.

De belangrijkste verschillen tussen de scenario’s liggen in de evolutie van de temperatuur, neerslag en zeeniveau.

Verandering SSP1-1,9 SSP1-2,6 SSP2-4,5 SSP3-7,0 SSP5-8,5
Temperatuurstijging (°C)
1,4
1,8
2,7
3,6
4,4
Neerslag (%)
0 – 5
1,5 – 8
1 – 13
Opwarming oceaan
x 2 – 4
x 4 – 8
Stijging zeepijl in 2100 (m)
0,28 – 0,55
0,32 – 0,62
0,44 – 0,76
0,63 – 1,01
Stijging zeepijl in 4000 (m)
2 – 3
2 – 6
19 – 22

Belangrijke vernieuwing in AR6 t.o.v. de vorige rapporten is dat er uitspraken over grote regio’s op aarde worden gedaan, bijv.

  • Bij een opwarming van 1,5°C zullen hevige neerslag en daarmee gepaard gaande overstromingen toenemen en vaker voorkomen in
    • Meeste regio’s in Afrika en Azië (hoge betrouwbaarheid)
    • Noord-Amerika (matige tot hoge betrouwbaarheid)
    • Europa (matige vertrouwen);
  • Bij 2°C temperatuurstijging komt er zware neerslag, bijhorende overstromingen worden intenser en frequenter
    • Op eilanden in de Stille Oceaan en in veel regio’s van Noord-Amerika en Europa (matige tot hoge betrouwbaarheid)
    • In sommige regio’s in Australië en Azië en Centraal- en Zuid-Amerika (matige betrouwbaarheid);

Verscheidene regio’s in Afrika, Zuid-Amerika en Europa zullen te maken krijgen met toename van de frequentie en/of de ernst van landbouw- en ecologische droogte (matige tot hoge betrouwbaarheid). Toenames worden ook verwacht in Australië, Centraal- en Noord-Amerika, en het Caribisch gebied (matige betrouwbaarheid).

Een aantal schema’s laten toe het impact op eigen regio na te trekken.

Details uit rapport

Overzicht van belangrijkste uitspraken in AR6n met waardes en zekerheden:

Uitspraak Waarde Zekerheid
Stijging concentratie broeikasgassen is te wijten aan menselijke activiteit
410 ppm CO2, koolstofdioxide 1866 ppb CH4, methaan 332 ppb N2O, stokstofoxide
Onweerlegbaar
CO2 concentratie hoogst in 2 Mio jr
CH4 en N20 hoogst in 800.000 jr.
Zeer waarschijnlijk
Heel zeker
Sinds 1850 is Ieder decennium warmer dan het vorige
Decennium 2011 – 2021
1.09 °C [0.95 – 1.20] gemiddeld
1.59 [1.34 – 1.83] °C op land
0.88 [0.68 – 1.01] °C in oceaan
Temp. stijging laatste 50 jaar hoogst in de laatste 2000 jaar
Stijging van de laatste 10 jaar hoogst in 6500 jr
Oceanen warmen snelst op sinds vorige ijstijd
Zeer zeker
Gemiddeld waarschijnlijk
Gemiddeld waarschijnlijk
Temp. stijging tegen 2100 wordt
Bij lage emissies 1°C tot 1.8°C
Bij aangehouden emissie 2,1 – 3,5 °C
Bij hoge emissies 3,3 tot 5,7 °C

Zeer Waarschijnlijk
Zeer Waarschijnlijk Zeer Waarschijnlijk
Op de Noordpool stijgt de temperatuur van de koudste dagen drie maal sneller dan gemiddeld
Zeer waarschijnlijk
Waarde van bijdrage van de mens aan temperatuurstijging
1,07 [0,8 – 1,3] °C
Waarschijnlijk
Menselijke activiteit beïnvloedt de neerslag
Waarschijnlijk
Menselijke activiteit beïnvloedt het zoutgehalte van de oceaan nabij het oppervlak.
Zeer waarschijnlijk
Stormen in het midden schuiven op naar de polen
Menselijke activiteit beïnvloedt in ’t zuiden
Gemiddeld waarschijnlijk
Zeer waarschijnlijk
Menselijke beïnvloeding op smelten van ijs op
Gletsjers, Noordpool en Groenland
Zuidpool


Zeer waarschijnlijk
Waarschijnlijk
Noordpoolijs laagst sinds 1850
Noorpoolijskap dunst sinds 1000 jr
Heel zeker
Gemiddeld waarschijnlijk
Menselijke activiteit doet zeeniveau stijgen (m)
0.20 [0.15 – 0.25] m
Zeer waarschijnlijk
Stijging zeeniveau snelst in 1000 jr
Zeer waarschijnlijk
Biosfeer verandert voortdurend, schuift op naar de polen
Zomerperiode verlengt met 2 dagen per decennium
Zeer waarschijnlijk
Zeer waarschijnlijk
Menselijke activiteit zorgt voor Zwaardere & frequentere hittegolven
Bijna zeker
Zachtere & minder koudegolven
Heviger en frequenter onweer
Steviger moessons in Azië en Afrika
Steviger en naar polen opgeschoven orkanen
Gemiddeld waarschijnlijk
Zeer waarschijnlijk
Zeer waarschijnlijk
Waarschijnlijk

Wil je op de hoogte worden gehouden van nieuwe publicaties?

Schrijf je dan in op onze nieuwsbrief en ontvang regelmatig de inzichten van Lucrates