EU geeft het goede voorbeeld
Kan de Europese Unie haar rol als trekker van de klimaatkar volhouden? Dat was de inzet van de bijeenkomst die de Europese ministers voor energie hadden op 16 oktober in Luxemburg. Tegelijk de vuurproef voor de nieuwe EU commissaris Wopke Hoekstra.
In het eerste kwartaal van dit jaar was er opnieuw een daling van CO2-uitstoot van 3 procent ten opzicht van het eerste kwartaal van 2022. Dat maakt dat Europa straks met enig gezag kan spreken op de jaarlijkse klimaattop die deze keer in Dubai wordt gehouden. De EU ministers van klimaat bespraken maandag 16 oktober hun standpunt om in er een afspraak te maken over een tijdsbestek waarbinnen fossiele brandstoffen moeten uitgefaseerd zijn. Een gedurfde opdracht in het hol van de olie-leeuw. Ook India en China zullen dwars liggen. Nu de olie- en gasprijzen stijgen door conflicten is het voor hen niet het geschikte moment om kranen verder dicht te draaien.
Concreet wil Europa verder CO2 afbouwen door ook vrachtwagens een vermindering van CO2-uitstoot op te leggen. Tegen 2030 moet die uitstoot 45 % gedaald zijn, tegen 2040 zelfs 90 % minder. Op verzoek van Polen en Hongarije blijft de achterdeur wel open staan voor staal- en cementindustrie. Zij zullen worden toegestaan langer fossiele brandstoffen te gebruiken op voorwaarde dat ze de CO2 opvangen.
Ondertussen verwacht de EU tegen 2030 een daling van 57% van de CO2 productie t.o.v. ijk-jaar 1990. Beter dus dan het vooropgestelde doel van 55%, maar voorzichtigheid blijft geboden.
Het VN klimaatbureau is heel wat minder optimistisch in zijn voorbereiding voor de volgende klimaattop in Dubai in december 2023.
Geen vanzelfsprekende transitie
Dat de transitie naar koolstofdioxide-vrije economie moeizamer zal verlopen dan verwacht bleek op een Belgian Hydrogen Council van 16 oktober jl. Aan de ene kant was iedereen met naam en faam in de politiek en waterstofwereld in België present, maar de vooruitzichten waren somber. De kosten voor investeringen stijgen door duurdere materialen en prijzen voor kennis, de financieringen worden duurder net als de elektriciteit die nodig is om “groene waterstof” te maken. De sector ziet niet hoe ze nu de verwachte 225 GW kan installeren tegen 2030, ze verwachten uit te komen op een 120 GW.
De oplossing die de industrie voorstelt is een tussenproduct, nl. “blauwe waterstof”. Deze wordt nog steeds gemaakt uit fossiele brandstoffen, maar dan gecombineerd met opvang van CO2. Duurzame elektriciteit wordt gebruikt voor wagens en industrie.
“[met blauwe waterstof] scheppen we een vraag, kunnen we opschalen en kunnen we later overgaan naar groene waterstof – Christophe Galimont van Air Liquide in DS van 17 oktober2
Minister van energie Tinne Van der Straeten wilt met deze aanpak voor ogen de transitie begeleiden tijdens de eerste helft van 2024 als België de beurtrol van EU leiding heeft.
Ze ondermijnt daarmee meteen de vraag van de EU om in Dubai over een einddatum voor fossiele brandstoffen te onderhandelen. En een achillespees in dit alles is dat de CO2 opvang technologie, naast enkele proefprojecten, nu vooral nog enkel op de tekenplank bestaat.